25.07.2022 – Tijdens het thuiswerken in de afgelopen jaren bleek dat we vooral onze collega’s misten. De afstand en het online overleggen deden de onderlinge samenwerking geen goed. Gelukkig is die tijd (voorlopig in ieder geval) voorbij en zou je kunnen denken dat werknemers massaal de weg naar kantoor weer hebben teruggevonden. De werkelijkheid ligt anders. Van de werknemers die de mogelijkheid hebben om thuis te werken, werkt een derde het liefst (helemaal) thuis. Daarnaast werkt een derde het liefst (helemaal) op kantoor en een derde het liefst 50/50.
Werknemers die het liefst thuiswerken doen dat vooral omdat het hen reistijd scheelt (80%). Daarnaast zegt 64% van de thuiswerkers dat ze zo beter hun tijd kunnen indelen en 60% werkt liever thuis vanwege een betere concentratie. Interessant is dat een betere concentratie – hoewel in mindere mate – ook een reden is van de kantoorliefhebbers. 26% kan zich op kantoor beter concentreren. Ook zijn beter samenwerken met collega’s (54%) en werk en privé gescheiden houden (42%) belangrijke redenen om vaker op kantoor te willen zijn. Kortom, werknemers hebben zo ieder hun eigen wensen en voorkeuren. Dit brengt echter een dilemma met zich mee voor werkgevers: wat werkt goed voor iedereen?
Veel werkgevers hebben richtlijnen opgesteld. Zo bestaat de regel om minstens een paar dagen per week op kantoor te werken (19%). De meeste werkgevers doen dit niet (36%), of gaven enkel advies (33%) over het aantal dagen thuiswerken. Of organisaties dit ook echt in de praktijk doen verschilt. Werkgevers zullen in de huidige krappe arbeidsmarkt hun uiterste best moeten doen om zowel talent te werven áls te behouden. En daarbij goed te luisteren naar wat werknemers wensen: autonomie.
Uit ons onderzoek blijkt dat voor 41% van de werkenden een flexibele thuiswerkregeling van doorslaggevend belang is bij de keuze voor een werkgever. ‘Wie betaalt bepaalt’ lijkt momenteel dus geen geldende uitspraak.
