27.05.2022 – Gelukkige werknemers presteren beter. Een veilige en inclusieve werkvloer draagt hieraan bij. Verontrustende gebeurtenissen rondom dit thema in het nieuws brengen de aandacht op een veilige en inclusieve werkvloer.
De #MeToo beweging in Nederland schijnt een nieuw licht op hoe medewerkers met elkaar omgaan. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van een onevenwichtige machtsrelatie. Zo kan het programma The Voice niet meer genoemd worden zonder aan grensoverschrijdend gedrag te denken en zorgde het gedrag van verschillende presentatoren voor veel ophef. Ook voorvallen in de politiek, bij de partijen Volt en D66, en de sportwereld haalden het nieuws vanwege onveilig en ongewenst gedrag.
Deze situaties leidden tot een publiek debat. En niet alleen het gedrag van de daders kwam tijdens discussies naar voren. Ook de rol van de werkgevers kwam aan bod. In onze onderzoeken valt het ons op dat sociale veiligheid steeds vaker en uitgebreider wordt besproken door werknemers.
We zien in onze medewerkersonderzoeken dat dit thema ook door werkgevers als steeds belangrijker wordt ervaren. Dit is een positieve ontwikkeling. Het borgen van een veilige en inclusieve werkvloer is namelijk een essentieel onderdeel van goed werkgeverschap. Uit de cijfers van onze HR-Trendmonitor blijkt echter wel dat er bij veel organisaties nog werk aan de winkel is om dit waar te maken.
Een op de vijf werknemers wordt gediscrimineerd of ongelijk behandeld
Niet alleen bij bekende werkgevers speelt grensoverschrijdend gedrag een rol. Bijna één op de vijf werknemers in Nederland (17 procent) gaf aan zich weleens gediscrimineerd of ongelijk behandeld te hebben gevoeld. Dit blijkt uit onze Trendmonitor van maart 2022. Hierin vroegen wij de werkende beroepsbevolking of zij tijdens werk gediscrimineerd of ongelijkheid behandeld zijn op basis van (on)zichtbare kenmerken.
Een vijfde kreeg te maken met ongewenst gedrag
Ook situaties van ongewenst gedrag zijn door 22 procent van de werknemers in 2021 ervaren. De kans op ongelijke behandeling, discriminatie, vervelende grappen, spottende opmerkingen en seksueel grensoverschrijdend en ongewenst gedrag is groter bij een relatief kleine organisatie (10-49 medewerkers) dan bij grotere organisaties (vanaf 500 medewerkers). Opmerkelijk is dat de respondenten tussen de 25 en 34 jaar vaker aangeven (31 procent) dat ongewenst gedrag plaatsvond, in vergelijking met respondenten van 45 jaar of ouder (14 procent). Onze cijfers laten zien dat een vijfde van de beroepsbevolking in Nederland zeer negatieve situaties meemaakt tijdens werk. Wat wij in het nieuws zien speelt dus bij meer werkgevers en vaker dan we misschien dachten.
Beleid en procedures zijn niet duidelijk genoeg
Voor ongeveer de helft van alle werknemers is niet duidelijk welk beleid hun werkgever voert om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken. Ook is niet duidelijk wat precies valt onder ongewenst gedrag en hoe ze een voorval moeten melden en bij wie. Wanneer de helft van de werknemers met zekerheid kan zeggen dat ze weten wat zij kunnen doen bij grensoverschrijdend gedrag, informeert hun werkgever zijn medewerkers onvoldoende.
Slechts een derde van de respondenten geeft aan dat hun werkgever recentelijk aandacht heeft besteed aan (seksueel) ongewenst gedrag op de werkvloer. Ondanks de maatschappelijke aandacht rondom dit thema, hebben niet alle werkgevers de afgelopen periode gebruikt om hun standpunt en beleid duidelijk te maken.
Vooral bij kleine bedrijven moet het beter. Bij bedrijven met tussen de 10-49 werknemers geeft vier op de tien aan dat het voor hen duidelijk is welk beleid hun werkgever hanteert om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Ook bij grote organisaties, met 500 of meer werknemers, is nog een wereld te winnen. Voor zes op de tien werknemers van grote bedrijven is het beleid duidelijk. Hoewel grote bedrijven duidelijk beter presteren, geldt voor bedrijven van elke omvang dat ze hun beleid duidelijker moeten communiceren.
Vertrouwenspersoon geniet niet altijd het vertrouwen
Een beleid hanteren biedt niet voor alles de oplossing. Ook een luisterend oor kan bijdragen aan de (sociale) veiligheid. Diverse opties zijn hier belangrijk. Uit het onderzoek blijkt dat een vertrouwenspersoon niet voldoende is om de sociale veiligheid te garanderen voor iedereen. Bijna een op de vijf bang is voor de gevolgen van hun positie als zij contact opnemen. Deze angst is wederom bij kleine organisaties groter dan bij grotere organisaties. Vooral mannen vrezen vaker voor hun positie als ze contact opnemen met de vertrouwenspersoon (21 procent) in vergelijking met vrouwen (16 procent).
Naast de angst voor eventuele gevolgen is de geschiktheid van de vertrouwenspersoon een belangrijke belemmering. Een vertrouwenspersoon moet niet alleen duidelijk vindbaar, maar ook geloofwaardig zijn binnen het bedrijf. Zo geeft slechts 9 procent aan dat een vertrouwenspersoon óók een leidinggevende positie mag hebben binnen het bedrijf. Het blijkt dus belangrijk voor medewerkers dat elke schijn van grotere solidariteit van de vertrouwenspersoon met het management van het bedrijf weggenomen wordt.
Meer inzet noodzakelijk
Het is geen geheim dat niet alle organisaties grensoverschrijdend gedrag en discriminatie actief tegengaan. De bekendste verhalen zijn misschien uitschieters. Maar de resultaten uit onze Trendmonitor laten zien dat nog veel werkgevers hard moeten werken voor een veilige en daarmee inclusieve werksfeer. Wij roepen dan ook álle werkgevers op een effectief beleid te ontwikkelen dat bekend is bij álle werknemers. Hiervoor moet luisteren naar de medewerkers centraal staan.
Meer lezen over de resultaten van het Sparkey HR-trendmonitor over sociale veiligheid? Vul dan het formulier hiernaast in.